Zangvogels 1
Boomklevers, Buulbuuls, Gorzen, Kraaiachtigen, Klauwieren en Lijsters
Zangvogels (Passeriformes) zijn een grote orde van vogels. Ze vormen de soortenrijkste groep vogels, met zo'n 60% van alle soorten. De zangvogels zijn waarschijnlijk de jongste orde van de vogels en stammen uit het Oligoceen of misschien het Eoceen. Zangvogels onderscheiden zich op muzikaal gebied van andere vogels, door de ver ontwikkelde syrinx (spraakorgaan van vogels).
De zangvogels hebben zeven spieren om geluid te produceren.
De Blauwe Ekster is een vogel uit de familie van de kraaiachtigen. De vogel is ongeveer 35 centimeter lang en lijkt qua gedrag op de “gewone” Ekster die wij kennen. De Blauwe Ekster is een endemische soort op het Iberisch Schiereiland. Het leefgebied is laagland tot hoogstens 700 meter boven de zeespiegel. Mannetje en vrouwtje hebben geen verschillende uiterlijke kenmerken. De beelden zijn gemaakt in de Extremadura, Spanje. (2021)
Voor meer informatie over de Blauwe Ekster:
Boomklevers lopen zowel omhoog als omlaag over een boomstam, vandaar z'n naam. Het zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door het dicht te 'metselen' met modder. Deze metseldrang is vaak zo sterk dat ook wanneer het gat al de juiste grootte heeft, er in de omgeving toch nog een metselwerk gemaakt wordt.
Voor meer informatie over de Boomklever:
Eksters zijn intelligente vogels met een fascinerende leefwijze. Tot hun derde levensjaar leven Eksters in 'jeugdbendes'. Daarin doen ze de ervaring op die een ekster nodig heeft om jongen groot te kunnen brengen. Eksters eten wat ze kunnen vinden: het grootste deel van hun menu bestaat uit emelten, kevers, regenwormen en menselijk afval als patat en brood. Vooral in het broedseizoen, wanneer de Eksters zelf jongen hebben, aangevuld met eitjes van andere vogels en soms ook jonge vogels.
Voor meer informatie over de Ekster:
Gaaien eten vooral insecten, aangevuld met eieren en jongen van zangvogels. in de Winter eten Gaaien vooral eikels, maar ook beukennootjes, granen (mais), fruit en ander eetbaars. In het najaar hamsteren Gaaien de eikels en verstoppen die in de grond. Bij voedselgebrek worden ze opgegraven. De eikels die ze niet opgraven, kunnen uitgroeien tot bomen. Weet een Gaai dat hij in de gaten wordt gehouden tijdens het verstoppen, dan komt hij later terug om de eikel elders te verstoppen.
Voor meer informatie over de Gaai:
De Geelgors is een stand- en zwerfvogel van diverse halfopen landschappen, zoals licht beboste heide, bosranden en agrarisch gebied met heggen, houtwallen en grazige wegbermen. Geelgorzen worden vrijwel uitsluitend aangetroffen in het oosten van het land. De Nederlandse broedvogels blijven hoofdzakelijk in eigen land en vormen wintergroepen op voedselrijke plekken. In uitzonderlijke gevallen gaat het om vele honderden of zelfs meer.
Voor meer informatie over de Geelgors:
De koperwiek is een lijster met koperrode 'oksels' die in vlucht opvallend zijn. Het zijn karakteristieke broedvogels van de naaldbossen van Scandinavië. Koperwieken zijn alleen in september tot mei in Nederland te zien, vooral op besdragende struiken in parken en tuinen en op weilanden grenzend aan hagen en bosjes. Koperwieken hoor je in oktober overtrekken. Ze trekken met miljoenen over Nederland, soms in enkele dagen of zelfs één dag.
Voor meer informatie over de Koperwiek:
Parkachtige bossen, bosranden en heiden zijn plaatsen om de Grote Lijster aan te kunnen treffen. Deze vogel zoekt graag naar voedsel op open plekken in bossen en op graslanden. Op plaatsen waar deze naast elkaar voorkomen, is de Grote Lijster het talrijkst. De overigens veel hardere merelachtige zang bestaat uit korte strofen. Steeds als de vogel op gang lijkt te komen, wordt het lied weer afgebroken. De vogel zingt al vroeg in het jaar, vanaf januari en soms zelfs december. Grote Lijsters zijn schuwe vogels.
Voor meer informatie over de Grote Lijster:
De Merel is de meest algemene en één van de bekendste vogels van ons land. Het is zelfs de talrijkste broedvogel van Nederland. Recentelijk heeft de soort echter te lijden gehad onder het usutu virus. Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep andere dieren. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen. Ondanks die verliezen zijn de Merels nog steeds zeer talrijk: ze compenseren dit natuurlijke verlies door veel jongen groot te brengen. De merelman brengt in het voorjaar een fraai lied ten gehore vanaf een hoge plek.
Voor meer informatie over de Merel:
Eén van de bekendste en meer algemene gorzen in Nederland. De Rietgors is vrij onopvallend, maar de mannetjes kunnen in het voorjaar gemakkelijk gezien worden in de toppen van struiken en in het riet. Een redelijk algemene soort van moerassen, natte ruigtes en jonge boomopslag. Mannetjes hebben een huismusachtig kleed met een zwarte kop en keel, een witte halsband en een dunne witte baardstreep. In het najaar en de winter verdwijnt het zwart voor het grootste deel.
Voor meer informatie over de Rietgors:
Één van mijn wenssoorten om op de gevoelige plaat vast te leggen in Extremadura voorjaar 2023 was wel de rRoodkopklauwier. Tot in de jaren vijftig broedde de Roodkopklauwier nog in Nederland, vooral in Midden- en Zuid-Limburg, maar hij is nu als broedvogel verdwenen. Het broedgebied van deze soort komt steeds zuidelijker te liggen. Gelukkig waren ze in Spanje nog wel in overvloed aanwezig.
Voor meer informatie over de Roodkopklauwier:
De Roodoorbuulbuul is ongeveer 20 cm lang. Het opvallendste kenmerk is de voor buulbuuls karakteristieke kuif, die een aantal centimeters lang is. De mannetjes en vrouwtjes van de Roodoorbuulbuul zijn gelijk van tekening en kleur. De jongen vogels zijn echter matter van kleur en missen de rode vlek achter de ogen. De vlucht van de Roodoorbuulbuul lijkt op die van spechten. De soort is door mensen geïntroduceerd op Mauritius waar deze foto’s genomen zijn.
Voor meer informatie over de Roodoorbuulbuul:
Sneeuwgorzen broeden in kale, rotsige gebieden in het noorden van Europa en komen naar Nederland toe om te overwinteren. De Sneeuwgors is sterk gebonden aan de kust en de grootste groepen worden vooral gezien in het Waddengebied. In het binnenland is de soort zeldzaam. Als ze vliegen, vallen direct de witte vlekken op de vleugels op en weet je gelijk dat het Sneeuwgorzen zijn.
Voor meer informatie over de Sneeuwgors: